Het pottenbakken op een draaischijf begint met de klei in het midden van de schijf krijgen. Dit heet centreren. Je kletst de bol gewalkte* klei ongeveer op het midden van de schijf, je geeft er een extra klap op en duwt de randjes dicht zodat er geen water onder kan komen. Dan laat je de schijf draaien. Je maakt de klei en je handen nat. Centreren doe je door eerst met de palm van je linkerhand de klei naar “twee uur” te duwen. Je arm staat verankerd tegen je lijf of op je been, je hand maakt een schuine hoek met de schijf. Daarnaast ga je met je vingers rechterhand (gevormd als een klauw) de klei naar je toetrekken. Hierbij laat je de schijf stevig draaien. Je laat de beide duimen rusten bovenop de klei.
Je gaat de klei langzaam omhoog laten komen, tot een conische vorm; onderaan breder dan bovenaan. Hierna duw je de klei naar beneden en naar “twee uur”; een beetje omver dus, tot de klei een dikke platte schijf is. Je houdt hiervoor de palm van je hand om de klei en je drukt de klei naar beneden met de muis van je duim.
Steeds voeg je tussendoor water toe. Als je de klei los laat doe je dit rustig en langzaam, zodat je de klei niet uit het midden duwt.
Het “omhoog en naar beneden” doe je twee tot drie keer; een beginner heeft wat meer keren nodig om de klei in het midden te krijgen. Het is heel normaal om een jaar nodig te hebben om goed te leren centreren. De klei is gecentreerd als het voelt alsof hij stil staat.
Klei heeft tijd nodig om op de plek te komen waar je hem hebben wil; de klei gaat daar waar je hem de ruimte geeft.
De volgende keer schrijf ik over de volgende stap: het openen van de klei.
* walken: de klei kneden zodanig dat er geen lucht meer in zit.